Muraalboog0000.0011

 

 Literatuur

 

- Haslinghuis, E.J. & H. Janse Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden (Primavera Pers), 1997 3e druk, sterk uitgebreid/1e druk: 1953 [644 blz. ISBN 90.74310.33.8]. Hierin: blz.: 31, 322 ("Muraalboog, boog die in verband en evenwijdig met een muur is geslagen ter ondersteuning van een gewelfkap, overstek of verzwaring van de bovenliggende muur. [...]"), 405 ("Schildboog". Opmerking: verwezen wordt ook naar muraalboog, maar een verschil wordt niet aangegeven)

- Thunnissen, H.J.W., Gewelven. Hun constructie en toepassing in de historische en hedendaagse bouwkunst. Amsterdam (Ahrend), 1950. [351 blz. ISBN -]. Hierin "Muraalboog = schildboog - arc formeret - wall rib - Schildbogen": blz. 2, [42, 43, 49 volgens register, maar onjuist,] 141

- Korevaar, A., & A. Bijls & M. Gout & L. Stijnen, Bouwkundige Encyclopedie. Tweede deel: L - Z. Amsterdam, Brussel (Elsevier), 1954. [691 blz. ISBN -]. Hierin: blz. 176 ("Muraalboog")

- Zwiers, L., Bouwkundig Woordenboek. Tweede deel: L-Z. Amsterdam (Van Holkema & Warendorf), z.j. [1920]. [613 blz. ISBN -]. Hierin: blz. 101 ("Muraalboog: zie Schildboog"), 326 ("Schildboog of Muraalboog. Boog, die tegen of in den schildmuur van een gewelf wordt gemetseld, en waarvan de onderkant evenwijdig loopt met dien van de gewelfkap. Hij dient slechts tot versiering van den wand, doch draagt niet bij tot de sterkte van het gewelf." - dit is de volledige tekst)

- Oosterhoff, J., Kracht en vorm. De draagconstructie van bouwwerken eenvoudig verklaard. Deel in de serie 'Bouwtechniek in Nederland', nr 4. Delft (Delftse Universitaire Pers), Zeist (Rijksdienst voor de Monumentenzorg), 1990. [127 blz. ISBN 90.6275.551.8]. Hierin: blz. 104-106 (in 'De hoge kerkhallen in de Middeleeuwen': "Muraalboog")

 

 engels

- Pevsner's Architectural Glossary. New Haven & London (Yale University Press), 2016 2e druk/(1e druk: 2010). [144 blz. ISBN 978.0.300.22368.2]. Hierin blz. 131 ("Wall rib"), 134 ("Wall rib. A rib set against the wall in a rib-vault." - dit is de volledige tekst)

- Fleming, John & Hugh Honour & Nicolaus Pevsner, Dictionary of Architecture. Harmondsworth (Penguin) 1985 3e editie, 6e druk. [356 blz. ISBN 0.14.051013.3]. Hierin "Formeret": blz. 119 ("Formeret. In a medieval vault, the rib against the wall, known also as wall rib" - dit is de volledige tekst)

- Harris, John & Jill Lever, Illustrated Glossary of Architecture 850-1830. London (Faber and Faber), 1966. [304 blz. SBN 571.09074.5] (met ca 250 foto's, deels met benoeming van termen). Hierin blz. 72 ("Wall ribs or Formerets: the half ribs arched across the lateral wall space of a vaulted bay to complete the design, but not for any structural purpose." - dit is de volledige tekst), afb-nr 32.

 duits

- Koepf, Hans, Bildwörterbuch der Architektur. Deel in de serie 'Kröners Tachenausgabe', nr 194. Stuttgart (Kröner), 1985 ongewijzigde herdruk van 2e druk uit 1974/1e druk 1968. [451 blz. ISBN 3.520.19402.3]. Hierin: blz. 333 ("Schildbogen, der Bogen an der Wand- bzw. an der Fensterseite eines Gewölbes"), 334 ("Schildgurt, Gurtbogen [gordelboog] über der Schildmauer eines Gewölbes, z.B. beim Westabschluss eines gewölbten Kirchenraumes", "Schildrippe, eine Wandrippe unter dem Schildbogen bzw. uber der Schildmauer eines Gewölbes"), 410 ("Wandrippe, an einer Wand verlaufende Gewölberippe, z.B. Schildrippe"), 446 ("Schildrippe")

- Lützeler, Heinrich, Bildwürterbuch der Kunst. Dreieich (Komet & Meco), 2000. [440, ISBN 3.89836.164.0]. Hierin: blz. 167-168 ("Gurtbogen". Dwars op de richting van het schip heet deze boog 'Quergurt', langs de wand heet hij 'Längsgurt'), 346 ("Schildbogen [...] auch Längsgurt genannt")

 frans

- Vigan, Jean de, Le petit Dicobat. Dictionnaire général du bâtiment. Ris-Orangis (Arcature), 1994. [957 blz. ISBN 2.9504805.2.7]. Hierin "Formeret ou fermeret, ou arc formeret": blz. 405

- Martin, Henri (red.), L'art gothique. Deel in de serie 'Grammaire des styles'. Paris (Flammarion), 1965. [64 blz. ISBN -]. Hierin "Archivolte ou Formeret": blz. 8-9 (Over het vierdelige kruisribgewelf: het heeft "deux arcs diagonaux; deux arcs-doubleaux (ou trois, si la voûte est sexpartite); deux arcs formerets (ou un formeret et une archivolte pour les bas-côtés)". Deze zijn in de tekening aangegeven: de 'archivolte' blijkt de muraalboog die bij of in de scheiboog loopt. Over het zesdelige kruisribgewelf: "Cette voûte a l'inconvénient de répartir les charges sur les piliers d'une façon inégale: en effet, tandis que quatre piliers reçoivent la retombée des arcs diagonaux, des arcs diagonaux et des archivoltes; deux autres piliers, au contraire, ne reçoivent que la retombée de l'arc-doubleau supplémentaire." Deze zijn in de tekening aangegeven.) (Opmerking. In het eerste citaat wordt alleen de muraalboog tussen de zijbeuk en de middenbeuk 'archivolte' genoemd, in het tweede ook die bij de lichtbeukvensters. - jp0317)

- Noël, Pierre, Technologie de la pierre de taille. Dictionnaire des termes couramment employés dans léxtraction, lémploi et la conservation de la pierre de taille. Paris (SEBTP), 1994 2e druk/1e druk 1965. [375 blz. ISBN 2.903.248.65.6]. Hierin: blz. 177 ("Formeret")

- Pérouse de Monclos, Jean-Marie, Architecture, Vocabulaire. Deel in de serie Ínventaire général des monuments et des richesses artistiques de la France. Principes d'analyse scientifique'. Paris (Imprimerie Nationale), 1993. [622 blz. ISBN 2.11.080962.2]. Het boek heeft diverse nummeringen, o.a. per kolom. Hierna worden uitsluitend pagina's opgegeven. Hierin: blz. 280 ("Formeret"), 304-313